Van oudsher worden de bloedelfen geregeerd door een Prins en een Prinses , zo genoemd uit blijvend respect voor hun eigen geschiedenis. De bloedelfen wilden namelijk geen nieuwe koningin aanstellen. Vanwege de noodzaak om de beste man/vrouw op de beste plek te krijgen, speelt erfopvolging formeel echter geen rol.  De Prins wordt elke honderd jaar gekozen uit de Raad van Magiërs. De Prinses wordt elke honderd jaar gekozen uit de Raad van Priesteressen.

De Prins en Prins zijn in naam de machtigste elfen in de bloedelfenmaatschappij. Bij het dagelijks bestuur worden zij bijgestaan door de Stadsraad (in de volksmond: de Raad). Deze Raad bestaat uit zes elfen:

  • Een afgevaardigde uit de Raad van Priesteressen (de vier hogepriesteressen uit de Tempel van de Nacht);
  • Een afgevaardigde uit de Raad van Magiërs (de vier hoge magiërs uit het College van de Maan);
  • De vier krijgsheren (hoogste officieren) van de  vier legeronderdelen die de bloedelfen kennen: de Zwarte Garde, de Moordenaars, de Krijgsdansers en de Zwaardmeesters.

De Raad adviseert de Prins en Prinses bij belangrijke besluiten. Meestal nemen de Prins en Prinses deze adviezen over, waardoor de Raad in de praktijk het belangrijkste bestuursorgaan is. In sommige gevallen kiezen de Prins en Prinses echter hun eigen koers, de eerste het meest bij magische aangelegenheden en de tweede het meest bij priesterlijke zaken.

De geschiedenis heeft uitgewezen dat de hoge magiër en hogepriesteres die zitting hebben in de Raad vaak worden voorgedragen om de volgende periode aangesteld te worden als Prins en Prinses. Er zijn echter enkele uitzonderingen hierop geweest.

Momenteel zijn de belangrijkste functies als volgt ingevuld:

Prinselijk paar

  • Prins: Eloïr Tamasin Arthenya
  • Prinses: Maya Aerindelle

Stadsraad

  • Hoge Magiër: Llorin Andor H’Yvannon
  • Hogepriesteres: Kahuna Tia’rak
  • Krijgsheer Krijgsdansers: Khelben Carianthar
  • Krijgsheer Moordenaars: Ish Mael Berannan
  • Krijgsheer Zwaardmeesters: Endawen Mystrallis
  • Krijgsheer Zwarte Garde: Galdor Linthama (pas kort in functie, sinds de dood van zijn voorganger Torim Gaum tijdens het beleg van de Stad)

Het huidige prinselijk paar is in functie sinds Melissandra 2940.

De bloedelfen zijn sinds Melissandra 3012 formeel weer onderdeel van het elfenrijk onder koningin Melissandra. Het Prinselijk paar en de Raad zijn echter nog in onderhanding  met vertegenwoordigers van het elfenrijk hoe dit in de praktijk vormgegeven moet worden. De intenties van beide kanten zijn goed, maar gezien de grote fysieke afstand tussen beide rijken en de grote culturele verschillen is het de verwachting dat deze onderhandelingen nog wel enkele jaren zullen duren.

Opleiding

Iedere bloedelf doorloopt dezelfde scholing om te bepalen op welke plek hij of zij de gemeenschap het beste kan dienen. Op hun veertigste levensjaar gaan jonge bloedelfen eerst voor tien jaar in de leer aan het College van de Maan, waar ze leren rekenen, lezen en schrijven in hun taal. Ook krijgen ze les in geschiedenis van hun eigen volk en leren ze de basisbeginselen van magie en het bijbehorende magische runenschrift. Na deze tien jaar worden de leerlingen grondig getest op hun magische talenten. Op basis daarvan wordt er besloten of ze doorstuderen aan het College om uiteindelijk magiër te worden, of hun opleiding voorzetten bij de Tempel van de Nacht.

Sommige jonge elfen worden geboren met een bepaald teken, zoals een bijzondere (moeder)vlek. Dit duidt er meestal op dat ze de gave hebben om priesteres te worden. Deze krachten manifesteren zich vaak al tijdens hun eerste jaar op het College. Zij maken wel hun tijd op het College af, maar komen niet in aanmerking voor het magiërsschap omdat ze uitverkoren zijn voor een hoger doel. Daarom worden ze automatisch doorgestuurd naar de Tempel van de Nacht.

Bij de Tempel van de Nacht krijgen de leerlingen weer tien jaar les, ditmaal vooral gericht op religie en krijgskunst. Daarna volgt een tweede test. De bloedelfen die niet de gave voor het priesterschap bezitten, worden getest op hun talent voor de krijgskunsten. Zij die daarvoor slagen, vervolgen hun opleiding in een van de vier paden der krijgskunst.  De rest van de leerlingen gaan in de leer bij de diverse gildes van de stad. Tijdens de zogenaamde toewijzingsceremonie worden ze op basis van hun potentieel gekozen voor hun vak door gildeleden die nog geen leerling hebben. Via het meester-vazalprincipe krijgen de leerlingen vervolgens direct onderricht van hun leraar.

Dit laatste deel van hun opleiding duurt voor alle bloedelfen, siermeesters, krijgers, priesters en magiërs, veertig jaar. Op hun honderdste levensjaar studeren alle elfen af en nemen zij hun plek in de maatschappij in. Elke bloedelf die in de Tempel gediend heeft, krijgt in de jaren daarna een aantal dagen herhalingsles in de omgang met wapens. Ook houden ze allemaal een wapenuitrusting thuis.  Zo blijft in tijden van nood iedere elf inzetbaar in het leger.

De Tempel van de Nacht

De Tempel van de Nacht is het centrum van de bloedelfensamenleving. Hier worden diensten, ceremoniën en riten gehouden ter verering van de Goden en ter viering van hun leefwijzen, waaronder trouwerijen, begrafenissen en bijzondere feestdagen. Aan het hoofd van de Tempel staat de Raad van Priesteressen, die bestaat uit vier hogepriesteressen. Eén van deze hogepriesteressen neemt tevens zitting in de Stadsraad.

De Tempel wordt volledig gedragen door priesteressen, omdat alleen vrouwen in dit ambt worden toegelaten. (Het dialect van de bloedelfen kent niet eens een mannelijk woord voor priesters; een eventuele mannelijke priester van een ander ras zal dus ook als ‘priesteres’ worden aangesproken.) Priesteressen specialiseren zich nooit op een van de Goden van de Nacht. Ze kunnen individueel wel hun voorkeuren hebben, maar in principe eren ze altijd alle vier de Goden.

Alle priesteressen dragen een geboorteteken dat duidelijk maakt dat zij door de Goden zijn aangeraakt. Dit teken kan zich overal op het lichaam bevinden.

De Nacht der Vrijheid

Tijdens elke nacht met een volle maan wordt er een ceremonie gehouden in de tempel waarbij zoveel mogelijk bloedelfen aanwezig zijn. De viering wordt de Nacht der Vrijheid genoemd, naar de verlossing die werd gebracht door de Goden van de Nacht tijdens de grootste nood van de bloedelfen.

Rite en tekst Night of Freedom

Many years ago, when we did keep track of time, an army was sent to the main land, leaving behind the safety of their homes, to fight against the living dead of Mebuch Ma’zar.

We were not ready, we were not prepared. Fifteen hundred of our kin perished during that immense battle. Fifteen hundred elves, high elves, sun elves, moon elves and wood elves, died and raised again to fight among the army of Mebuch. We will not forget you. We will remember you as you were. Forever in our memories.

(4 candles, for the four elfen races)
For the high elves whose magic was vital, we will not forget you.
For the moon elves their knowledge was indispensable, we will not forget you.
For the wood elves with their nature at their side, we will not forget you.
For the sun elves  who fought so passionately, we will not forget you.

A battle we were not prepared for. A battle where we lost so many, but not all. A small group survived, when the day was replaced by night, the light for darkness. When the Gods of the Day left us, the Gods of the Night came to us. Came to us and helped us.

(Start making markings on the ground, four squares, for the four Gods)
Helos, Lord of the Eternal End, Ruler of the Spirits, Guider of the Souls. You brought peace to the deceased, took them into Your realm, leaving their bodies to rest. We owe You much.

Anata, Lady of Deception, Bringer of Hate. You fuelled our harts, cloaked us from their sight, brought chaos among our enemies. We owe You much.

Ragnor, Lord of Battle, Ruler of War. You fought for us. Guided us, thaught us where to go and how to move, how to kill our enemies. We owe You much.

Morrigan, Lady of Destruction, Bringer of Doom. You showed us the fires of destruction, you gave us the power to crush our enemy. We owe You much.

This is the night, the Night of Freedom, given to us by the Gods of the Night. Tonight is our night to give our humble offerings for that what You have given us so many years ago.

Docenten aan de Tempel van de Nacht

  • Vrouwe Halavin Tellena is een begrijpende vrouwe die door heeft wat er met de meeste priesteressen aan de hand is. Ze is een luisterend oor tijdens de opleiding maar het is ook zij die aan het einde van de opleiding bepaalt of iemand zich een priesteres mag noemen en haar plaats in de tempel mag nemen. Ze begeleidt de priesteressen en geeft raad waar nodig is.
  • Vrouwe Lena Zarynn geeft les in de wegen van Ragnor. Ze is vrij jong en nog maar kort in functie, na het overlijden van haar voorgangster Alystin Vrynn aan de magische ziekte van Ebron Mazar.
  • Vrouwe Zarra Dalael geeft les in de wegen van Anata. Veel leerlingen wantrouwen haar een beetje en dat is terecht, want ze is listig en mag haar leerlingen graag een loer draaien.
  • Vrouwe Ginafae Filifar geeft les in de wegen van Morrigan en heeft een erg opvliegend karakter. Ze is er wel altijd voor haar leerlingen als ze haar nodig hebben, maar haar manieren van problemen oplossen zijn vaak wat rechtlijnig en simplistisch.
  • Vrouwe Rauva Ghaun geeft les in de wegen van Helos. Ze is een rustig, verzorgend type. Van alle leraressen is zij het meest geliefd. Voor raad hoeven leerlingen niet bij haar aan te kloppen, want daar houdt ze zich niet mee bezig.
  • Vrouwe Drisinil Wyndyl geeft les in het gebed en de ceremonies. Ze eist een hoop van haar leerlingen en vooral respect. Iedereen geeft haar dit ook.

Het College van de Maan

Het College van de Maan is in feite het magiërsgilde van de Stad der Schaduwen. Hier worden nieuwe magiërs opgeleid en vindt magisch onderzoek plaats. Het College is de hoogste autoriteit op het gebied van magie in de Stad, afgezien van de Prins zelf. Aan het roer van het College staat de Raad van Magiërs, waarin vier Hoge magiërs zitting hebben. Eén van deze magiërs neemt ook zitting in de Stadsraad. De Raad der Magiërs heeft een eigen voorzitter, die bekend staat als Eerste Magiër (First Mage). Dit is een andere magiër dan degene die is afgevaardigd naar de Stadsraad. De huidige Eerste Magiër is Inanna H’Yvannon.

De meeste magiërs laten voor elke spreuk die ze gebruiken wat bloed vloeien door met een mesje een sneetje te maken in hun arm. Hoewel het niet nodig is om de spreuk te laten werken, eren ze met  deze traditie de Goden als dank voor de krachten die ze hebben. Stel je voor dat de Goden zich tegen je keren, of je krachten af zullen nemen!

Hoewel oudere elfen hun armen vol hebben met littekentjes in ingewikkelde patronen om hun vaardigheid in magie te laten zien, is het bij de jongere elfen niet meer gebruikelijk (of in de mode) om de littekens te laten staan. Met een simpel spreukje halen ze de wondjes liever weg.

De Strijdkrachten der Bloedelfen

De strijdkrachten van de bloedelfen zijn ingedeeld in vier onderdelen, elk met affiniteit voor een specifieke God van de Nacht: de krijgsdansers (Ragnor), de moordenaars (Anata), de zwaardmeesters (Morrigan) en de zwarte garde (Helos). Elk onderdeel kent grofweg dezelfde hiërarchische structuur. Aan het hoofd staat de Krijgsheer (Warlord). Hij is de leider van zijn groep krijgers en de generaal in tijden van oorlog. Ook heeft iedere Krijgsheer een plaats in de Stadsraad.

Onder de Krijgsheer zijn van hoog naar laag de rangen Krijgsmeester (Warmaster), Krijgshoofd (Warchief), Krijgskampioen (Warchampion) en daaronder de overige troepen, die worden aangeduid met de algemene naam van hun onderdeel (krijgsdanser/wardancer, moordenaar/assassin, zwaardmeester/swordmaster of gardist/guardsman).

De Krijgsdansers (The Wardancers)

Degene die gekozen worden voor het Pad van Ragnor leren de ceremoniële dansen die tijdens de rituelen van de priesteressen uitgevoerd dienen te worden alsmede de dansen van de oorlog waarmee de vijanden van de bloedelfen worden bestreden. Sierlijk en gracieus waden deze acrobatische krijgers door hun vijanden heen.

Zij vechten in zogenaamde ‘pack’s’ , meestal bestaande uit ongeveer 20 wardancers van verschillende graden. Aan het hoofd van elk pack staat een Warchief. Wanneer de nood groot is worden verschillende packs samengevoegd onder leiding van een Warmaster. De Wardancers zijn degenen die vaak in het veld patrouilleren en daar hun vijanden direct vernietigen, of lang genoeg bezig houden zodat de versterkingen tijd hebben om te komen.

Wardancers baseren hun krijgskunst op snelheid en behendigheid. Daarom  dragen ze zelden harnassen of bepantsering. In plaats daarvan worden hun lichamen beschilderd door de priesteressen met magische runen ter bescherming. Wardancers vechten vaak met lange dolken of kortere zwaarden om zo hun toch al natuurlijke snelheid te versterken. Grote logge knotsen en schilden zijn uit den boze. Wardancers zijn vaak enigzins frivoler dan andere bloedelfen en ondernemend van aard.

De Zwarte Garde (The Black Guard)

De volgelingen van het Pad van Helos zijn de tempelwachters en militia van de stad. Gekleed in lange zwarte gewaden en met lange, speerachtige wapens waken zij voor de veiligheid binnen de stad. Ze kennen niet echt vaste eenheden maar zijn in plaats daarvan vooral georganiseerd op rooster. Daardoor wisselt de samenstelling van de wacht nogal eens.

Zij zijn het die op de muren van de stad waken over de veiligheid en de omgeving en zij zijn het die vaak de bescherming van de magiërs en priesteressen op zich nemen wanneer deze mee ten strijde trekken buiten de stadsmuren. Dan vormen hun speren een ondoordringbare muur rondom de magiegebruikers. Ze zijn gedisciplineerd en standvastig en zullen een dergelijke speermuur niet snel verlaten vanwege angst of ongemak. In vergelijking met andere bloedelfen zijn ze vaak serieuzer en stugger van aard.

De Zwaardmeesters (The Swordmasters)

Dit zijn de volgelingen van het Pad van Morrigan en de stoottroepen van de bloedelfen. Zij zijn de soldaten en krijgers ten tijde van directe oorlogsvoering. Zij zijn de cavalerie die de elfen ontbreken. Niet te paard, maar desondanks even snel en wendbaar trainen zij van jongs af aan in zware pantsers om alle bewegingen te blijven kunnen maken die de gratie van de elfen hen schenkt ondanks de kilo’s staal die ze dragen.

Om zoveel mogelijk schade te kunnen doen in de strijd, hanteren zij vaak lange tweehandige slagzwaarden. Vergis je echter niet: net zomin als pantsers hun bewegingen beperken doen de grote zwaarden dit ook niet.  Zij hanteren ze dan ook net zo vloeiend en soepel als anderen een éénhandig zwaard hanteren. Zij bestaan steeds uit eenheden van twaalf krijgers die intensief samenwerken en -leven.

Swordmasters zijn vaak harde en aggressieve elfen die elke bedreiging voor het volk die ze waarnemen willen uitschakelen, bij voorkeur door de directe aanval.

De Moordenaars (The Assassins)

Deze elfen volgen het pad van Anata en zijn precies wat hen naam aangeeft. Zij zijn het die alleen of in kleine groepen de muren van de Stad verlaten en de bergen in trekken op zoek naar sporen van dreiging en deze in de nacht in het geheim en het duister zullen uitschakelen. Zij zijn de spionnen, spoorzoekers, verkenners en moordenaars van hun volk.

Vaak zijn ze wat meer eenlingen en op zichzelf gericht. Niemand uit de stad zal echter twijfelen aan hun kunnen of hun loyaliteit en weinigen zullen hen benijden. Het zijn vaak de Assassins die moeten zorgen dat ze achter de vijandelijke linies komen, afgesneden van de rest van de troepen, om het daar direct tegen de aanvoeders van vijand op te nemen.

Assassins dragen vaak meer kleding dan de Wardancers maar ook zonder al te veel bepantsering. Als ze al geharnast zijn, is het vaak met leer. Harnassen maken immers herrie en kunnen je positie verraden. Hun wapenkeuze is vaak een dolk of kort zwaard; in elk geval iets dat snel en makkelijk gehanteerd kan worden. Tevens zijn het vaak de Assassins die geschoold zijn in het werpen van messen of schieten met pijl en boog, om zo hun vijanden op afstand uit te kunnen schakelen of af te kunnen leiden.

De genezers

De strijdkrachten van de bloedelfen worden ook ondersteund door enkele gilden van de siermeesters. De genezers en alchemisten staan hen vaak bij in tijden van strijd om de genezing van de troepen uit te voeren. Kleine groepen nemen vaak alleen zelf enkele verbanden en genezende dranken mee, maar als de strijdmachten der elfen toenemen worden er vaak enkele siermeesters meegezonden om ter plekke de gewonden te verzorgen.

Aangezien bloedelfen niet de Goden van de Dag aanhangen, hebben ze geen toegang tot genezende magie (het domein van Helena). Daarom vertrouwen ze op hun EHBO-vaardigheden en alchemistische kennis.

De Siermeesters

Iedere tak van de siermeesters is gegroepeerd in een eigen gilde met aan het hoofd de gildemeester. Dat is veelal de oudste en meest ervaren siermeester in dat vakgebied. Al deze gildemeesters leggen verantwoording af aan de Stadsraad.

De Gilden van de Stad der schaduwen

  • Gilde der alchemisten
  • Gilde der genezers
  • Gilde der smeden
  • Gilde der leerlooiers
  • Gilde der houtbewerkers
  • Gilde der steenhouwers
  • Gilde der botanici
  • Gilde der tuinders
  • Gilde der bezweerders
  • Gilde der kleermakers
  • Gilde der jagers
  • Gilde der vissers
  • Gilde der schilders
  • Gilde der muzikanten
  • Gilde der brouwers

Feiten en cijfers

Schatting van het aantal bloedelfen, verdeeld over hun professie:

priesteressen/priestesses 250
magiërs/mages 400
krijgsdansers/wardancers 200
zwarte garde/black guard 550
moordenaars/assassins 100
zwaardmeesters/swordmasters 450
totaal strijdkrachten 1300
genezers/healers 200
smeden/blacksmiths 350
leerlooiers/leatherworkers 250
houtbewerkers/carpenters 250
kleermakers/tailors 200
steenwerkers/stonemasons 200
tuinders/gardeners 250
vissers/fishermen 150
bezweerders/enchanters 150
botanici/botanists 100
muzikanten/musicians 100
bewaarders/keepers 150
docenten/teachers 150
alchemisten/alchemists 200
totaal siermeesters 2700
overige (o.a. kinderen, bedienden) 3350
totaal bloedelfen 8000