De Gouden Ridder Frederick Berenhart ontvangt de avonturiers in een taveerne in het Turingse Karperhaven, waar een feest wordt gehouden ter hunner ere.  De avond verloopt rustig en gezellig, met als enige noemenswaardige smet de berechting van een aantal magiërs en een geval van Anata-geïnspireerde hondsdolheid onder de avonturiers. Wel wordt de ochtend erna nog verstoord door een aantal opstandige boeren die ruzie komen zoeken. Begeleid door een halfsaurus spoorzoeker gaan de avonturiers op weg naar Meya-Tula.